Verzorgingsadvies
We raden voor de Macodes Petola sterk af om potgrond te gebruiken. Voor een Macodes is turf of kokosvezel veel beter, vooral door de gevoeligheid voor vocht. De kleine plantjes wikkelen we in Sphagnum. Dit zijn namelijk luchtige materialen. Ook is het belangrijk om de plantjes wat te laten opdrogen voor er weer water wordt gegeven. Het substraat mag nooit compleet droog zijn! Voor deze plantjes is osmose water het beste, dit is sterk gezuiverd water.
Kenmerkende bladeren
De Macodes petola is natuurlijk te herkennen aan de unieke gouden schittering op de nerven van de bladeren. Je ziet deze glinstering goed wanneer de zon er op schijnt.
Mythe uit Java
Er is een oude Javaanse legende over dit plantje. Een geliefde godin daalde neer uit de hemel en begaf zich onder de mensen. Ze wou de mensen op aarde vreugde brengen. Ze was goddelijk mooi en gesluierd in een glanzende zijden doek, doorweven met gouddraad. De mensen lachten haar uit en verjoegen haar naar het bos. In deze vlucht scheurde haar mooie doek en stukjes ervan bleven aan takken hangen en vielen op rotsen. De mensen die haar verjoegen zagen hierdoor wie ze was en smeekte om vergiffenis. De godin gaf hier niet aan toe, sloeg haar doek om en keerde terug naar de hemel. De stukjes van haar sluier lagen verspreid door het woud en deze veranderden in plantjes met de gouden gloed van zijde en nerven van hemelse gouddraden. Nog steeds zijn deze plantjes met bladeren vol goud en zilver in de jungle van Indonesië; te vinden. Deze worden er beschouwd als geschenken uit de hemel.
Oorsprong
Macodes petola is afkomstig uit Java, Maleisië, Sumatra, Borneo, de Filippijnen en de zuidelijke eilanden van Ryukyu. Op Java groeit deze orchidee op het hele eiland in moerassige bossen, waar het droge seizoen niet erg lang is. Meestal zijn het nogal schaduwrijke plaatsen op hoogten van 300-1400 meter. In Maleisië wordt het op verschillende plaatsen in laaglandbossen en op gematigde hoogte in de heuvels ten noorden van Pinang aangetroffen.
In Sumatra wordt de plant gevonden op talrijke locaties van het noorden tot het zuiden van het eiland, en op nabijgelegen eilanden, op hoogtes tot 1600 m. In Borneo, wordt het gevonden in Kalimantan en Sabah, waar het bemoste rotsen, in bossen, op hoogten van 100-1500 m groeit, en hij werd ook onlangs gevonden in Sarawak in het Serian-district, iets ten zuiden van Kuching, op een hoogte van 600 m. In de Filippijnen wordt de plant gevonden op een hoogte van ongeveer 300 m op het eiland Luzon in de provincies Laguna en Quezon en op het eiland Mindanao in de provincie Agusan.</p>
<p>Het is een groenblijvende, klein formaat plant die in de aarde groeit. De Macodes petola heeft een vlezige kruipende wortelstok die in een losse krans van bladeren verdwijnt. De ovale bladeren worden tot 12 cm lang en 7 cm breed. De donkergroene bladeren hebben veel gouden, netvormige aderen.
Bloei
De plant bloeit in de herfst. De rechtopstaande, tot 20 cm hoog wordende, bloemstengel draagt ongeveer 15 kleine bloemetjes. De bloemen zijn ongeveer een centimeter groot. Ze zijn roodbruin met een witte lip.
Verzorging
Temperatuur
Het is een thermofiele plant dus deze houd van warmte. Het hele jaar door is de gemiddelde temperatuur 21,5-29 graden Celcius en de gemiddelde nachttemperatuur 16.5-19 graden Celcius. De planten mogen niet worden blootgesteld aan direct zonlicht. Een constant sterke beweging van de lucht is wenselijk.
Watergift
De planten moeten overvloedig worden bewaterd, vooral tijdens actieve groei. Het substraat mag nooit helemaal opdrogen.
Luchtvochtigheid
De Macodes petola hebben het grootste deel van het jaar de luchtvochtigheid van 70-90% nodig, en gedurende 3 zomermaanden daalt het onder de 85%.
Drainage
De plant heeft een substraat nodig dat water zo goed mogelijk afvoert.Wij raden sphagnum aan, daar staan ze bij ons ook in.
Voeding
Tijdens de actieve groei moeten de planten elke week met wat kunstmest voor orchideeën worden bemest. U kunt het hele jaar door uitgebalanceerde meststof gebruiken, maar ze hebben met name calcium nodig en daarom raden we de bloeistimulerende meststof aan.
Rustperiode
Water geven in de winter kan enigszins worden verminderd, vooral op donkere standplaatsen. Laat het echter nooit volledig opdrogen. Als de hoeveelheid water afneemt, moet de bemesting ook worden verminderd.